“Klaar voor coalitie: minder regels, strenger migratiebeleid en betaalbare zorg” – JA21 bij Leeuwarden Stemt

Maarten Goudzwaard van JA21 schoof bij Arnold Vreeken aan tafel om te praten over hun plannen voor Nederland. JA21 staat momenteel op 11 zetels in de peilingen. Maar met welke ideeën stappen zij de campagne in? Hoe denken zij over het huizentekort, migratie, en hoe rijmt een nieuwe ministerspost met een kleinere overheid? De volledige aflevering is terug te luisteren via de website. De samenvatting inclusief beeld is te zien op YouTube.
Wie ben je en waar staat JA21 voor
Maarten woont in Leeuwarden en heeft een achtergrond als leidinggevende in de telecom en bij een zorgverzekeraar. Acht jaar geleden kwam hij in aanraking met de politiek. Inmiddels is hij statenlid in de Provinciale Staten en beleidsmedewerker voor de Tweede Kamerfractie. Die combinatie ziet hij als een verrijking. Provinciaal werk laat zien wat er in Den Haag gebeurt, en andersom levert het landelijke perspectief waarde op voor de provincie. Volgens hem prikkelt dat voortdurend de geest en kan hij het iedereen aanbevelen. JA21 omschrijft hij als een conservatief-liberale partij. Conservatief in de zin dat de partij waarde hecht aan het behouden van wat goed gaat in politiek en samenleving, en liberaal omdat zij gelooft in marktwerking en een zo klein mogelijke overheid met zo min mogelijk regels. Die twee uitgangspunten zijn volgens hem uitstekend te combineren. De belangrijkste speerpunten zijn welvaart, veiligheid en immigratie. Dit zijn onderwerpen die vanaf de oprichting tot het vaste DNA van de partij behoren.
JA21 wil een minister die de regeldruk te lijf gaat
Een van de meest opvallende stukken in het partijprogramma is misschien wel een nieuwe minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie. Vooral omdat JA21 juist voor het verkleinen van de overheid is. Toch is het volgens Maarten helemaal niet dubbel. Een minister voor efficiëntie moet juist het tegenovergestelde laten zien: klein beginnen, pragmatisch werken en binnen korte tijd met concrete oplossingen komen. “Lean en mean”, zo schetst hij, moet de overheid worden aangepakt. Maarten ziet namelijk dat Den Haag een tegenovergestelde ontwikkeling, de regeldruk blijft toenemen en het aantal ambtenaren groeit. Ondernemers merken dat ook dagelijks. Het zwartboek van MKB-Nederland dat daar wel eens door de wandelgangen gaat, laat dat volgens hem duidelijk zien. Een dergelijke minister zou daarom niet op kantoor moeten blijven, maar het land in moeten trekken. Ondernemers bezoeken en gemeenten spreken om te horen waar de knelpunten liggen. Het uitgangspunt moet daarbij zijn dat voor iedere nieuwe regel er twee verdwijnen. Dit lijkt wat te lijken op de beweging van Elon Musk, DOGE. Het hoeft niet perse zo te gaan, maar een kleinere overheid zou volgens Maarten wel voor iedereen van belang zijn.
Referenda, ook voor grote dossiers
Naast een nieuwe minister, wil JA21 ook referenda voor grote dossiers zoals migratie en klimaat. Volgens hem zijn grote dossiers juist wél geschikt om via referenda aan de burger voor te leggen. Mensen worden immers dagelijks geconfronteerd met de manier waarop de energietransitie wordt aangepakt en met de gevolgen van migratie. Het gaat daarbij om fundamentele kwesties, namelijk de gevoelens van onveiligheid, overlast, de krapte op de woningmarkt en de druk op het sociale stelsel. Dat zijn zaken waar burgers volgens hem zeker iets over te zeggen moeten hebben. In de praktijk loopt het vaak anders volgens Maarten. Er wordt een coalitie gesmeed, waarna je moet afwachten welke kleur het beleid uiteindelijk krijgt. De hoop is dan dat verkiezingsbeloften ook werkelijk worden uitgevoerd. Bij referenda liggen er volgens hem wel haken en ogen, omdat bij complexe onderwerpen goed moet worden uitgelegd waarover burgers precies hun stem uitbrengen.
De regels binnen de Europese Unie zouden het wel iets lastiger kunnen maken. Niet alle keuzes zijn volledig in nationaal beleid om te zetten, omdat bevoegdheden naar Brussel zijn verschoven. JA21 benadrukt in dat verband dat soevereiniteit in eigen land moet blijven, zeker op cruciale terreinen als migratie, energie, justitie en veiligheid. Dat de EU op gebieden als economie, kunstmatige intelligentie of geopolitiek een gezamenlijk front vormt, vindt hij logisch. Maar volgens hem gaat de EU veel te ver in het naar zich toetrekken van macht en in het invullen van hoe burgers in Nederland hun leven moeten leiden.
Niet uit de EU, wél een opt-out voor Nederland
Maarten maakt wel duidelijk dat zijn partij niet uit de EU wil stappen. Een uittreding uit de EU noemt hij onverantwoord. De EU biedt schaalvoordelen en levert grote handelsvoordelen op. Ook is het goed om als Europa een sterk handelsblok te maken tegen bijvoorbeeld Amerika en China. Maar wat hij afwijst, is dat de EU steeds vaker keuzes maakt die direct het dagelijkse leven in Nederland bepalen. Hij noemt de pensioenen en het garant staan voor risicovolle leningen als voorbeelden die zorgen baren. Nederland moet volgens hem assertiever optreden en zeggenschap behouden over essentiële onderdelen van nationaal beleid. Het dossier rond Natura 2000 ziet hij als een voorbeeld waar het misging. In Brussel werden afspraken gemaakt waardoor Nederland nu vastzit in een stikstoffuik. Om te voorkomen dat het land opnieuw in zulke situaties belandt, zou Nederland volgens hem op onderdelen een opt-out moeten kunnen bedingen. Daarbij wijst hij erop dat Nederland 8600 verdragen heeft (al spreekt de Tweede Kamer zelf van 6000) en dat het dus van groot belang is steeds scherp te blijven op de gevolgen van zulke afspraken. Ook al vindt JA21 samenwerking binnen de EU wel belangrijk, een Europees leger zien zij niet zitten.
Huidige Vluchtelingenverdrag zet democratie onder druk
Een ander verdrag dat volgens JA21 moet worden aangepast is het Vluchtelingenverdrag. Het verdrag werd kort na de Tweede Wereldoorlog opgesteld met goede intenties, maar is inmiddels zo ruim geïnterpreteerd dat het volgens hem de democratie onder druk zet. Hij wijst op een recente casussen waarbij een tiental voormalige IS-strijders in Nederland verblijft. Zij vormen volgens hem een reëel gevaar, maar rechters besluiten vaak dat terugsturen niet mogelijk is omdat hen in het land van herkomst de doodstraf of zware straffen te wachten staan. Dit noemt hij een voorbeeld van hoe het verdrag volledig is doorgeschoten. Aanpassing van het Vluchtelingenverdrag kan volgens hem niet door Nederland alleen worden geregeld. Binnen Europees verband moet hierover overeenstemming worden bereikt. Hij benadrukt dat steeds meer landen de noodzaak van hervorming onderkennen en dat de discussie daarom op Europees niveau gevoerd moet worden.
Asielbeleid volgens JA21: grenzen dicht en gemeenten beslissen zelf
In het thema migratie vindt JA21 ook dat de Spreidingswet worden ingetrokken, zodat gemeenten weer zelf kunnen beslissen of en waar een asielzoekerscentrum wordt geplaatst. Gemeenteraden zijn gekozen door burgers en moeten die vrijheid terugkrijgen. Dat kan ertoe leiden dat sommige plekken zwaarder worden belast, maar juist daardoor wordt volgens hem zichtbaar hoe hoog de nood is. De instroom moet aan de voorkant worden beperkt. Hij verwijst naar incidenten in Sint Annaparochie, waar volgens hem sprake was van steekpartijen, overlast en onveiligheid door jonge asielzoekers. De Burgemeester, van de PvdA, zouden daar onvoldoende tegen optreden. Daarnaast bekritiseert hij de rol van de IND en het COA. Nederland heeft naar zijn zeggen het hoogste percentage inwilligingen van Europa, wat Nederland extra aantrekkelijk maakt. Het COA zou onvoldoende transparant zijn en niet meewerken, terwijl sommige burgemeesters problemen ontkennen.
Op de vraag of spreiding niet juist de integratie zou bevorderen, reageert hij dat integratie alleen werkt bij beheersbare aantallen. Met een instroom van 700 tot 900 mensen per week is dat volgens hem onmogelijk, zeker in vergelijking met Denemarken waar jaarlijks slechts 1.500 tot 1.600 asielzoekers worden toegelaten. Eerst moet Nederland de baas worden over de eigen grenzen, met als uiteindelijke doel nul instroom. Toch zien wetenschappers, zoals hoogleraar Integratie en Migratie aan Erasmus Universiteit Jaco Dagevos, juist wel de voordelen van de spreidingswet op integratie. Jaco Dagevos geeft in een interview aan dat het belangrijk is dat asielzoekers snel in aanraking komen met de Nederlandse samenleving. “Wat doet het met je als je vaak verhuist of niks te doen hebt? Uit onderzoek blijkt dat het negatieve gevolgen heeft voor de psychische gezondheid, de taalverwerving en voor de integratie op de arbeidsmarkt.” aldus Jaco Dagevos.
Opvang in de regio ziet Maarten als een beter alternatief. In conflictgebieden zijn er volgens hem altijd buurlanden die veilig genoeg zijn. Dat zou bovendien de spanningen rond culturele verschillen in Nederland verminderen. Echter kan er een probleem ontstaan zoals in het verleden in Libanon en Ethiopië. Deze beide landen vingen veel vluchtelingen op van oorlogen rondom, maar Libanon maakte een economische crisis door en binnen Ethiopië ontstond een nieuw intern conflict. De vluchtelingen zouden door deze problemen opnieuw op de vlucht kunnen slaan. Dit laat zien dat het een lastig dossier is. Een groot probleem met de huidige asielinstroom zijn de verschillen in normen en waarden. Maarten wijst erop dat veel nieuwkomers weinig tolerantie zouden hebben tegenover LHBTQ-rechten of kritiek op de islam. Volgens hem is het noodzakelijk dat nieuwkomers de Nederlandse normen en waarden actief aannemen. Dat begint vaak al bij inburgeringscursussen, waar onderwerpen als gelijke rechten tussen man en vrouw, de acceptatie van homoseksualiteit en het recht om religie te bekritiseren aan bod komen. Arbeidsparticipatie ziet hij daarbij als een cruciale pijler. Hij verwijst naar een situatie van zo’n zes jaar geleden, waarin van 124 mensen er slechts één een baan had. Dat is volgens hem een afschuwelijke uitkomst: niemand zou veroordeeld moeten zijn tot een enkeltje bijstand. Niet iedereen kan over één kam worden geschoren, erkent hij, maar in deze aantallen is succesvolle integratie volgens hem niet haalbaar. Daarnaast is het van belang dat mensen participeren. Dit moet daarom zwaar meewegen bij het neutraliseren van mensen. Vrijheid en het respecteren van normen en waarden zijn volgens hem essentieel om te voorkomen dat kleine groepen geïsoleerd raken van de maatschappij, met alle gevolgen van dien.
Goedkope arbeidsmigratie remt innovatie en vergroot problemen
JA21 wil ook een beperking van arbeidsmigratie. Maar beperking van arbeidsmigratie heeft bijvoorbeeld direct impact op sectoren met tekorten, zoals de zorg en de bouw. Tegelijkertijd telt Nederland zo’n 405.000 mensen in de bijstand, waarvan een aanzienlijk deel geactiveerd zou kunnen worden. Werk biedt volgens hem niet alleen inkomen, maar ook zingeving, en juist deze groep zou moeten worden ingezet in sectoren waar tekorten spelen. Toch geeft Maarten toe dat het onderwerp arbeidsmigratie een complex onderwerp is. Maar volgens Maarten is er in Nederland te weinig serieuze discussie over de regulering van arbeidsmigratie. Iedereen loopt eromheen, terwijl de gevolgen groot zijn.
De kernvraag is of Nederland vooral goedkope arbeidsmigranten wil blijven binnenhalen, of juist wil investeren in hoogwaardige banen en innovatie. Goedkope arbeidsmigratie levert vaak laagproductief en slecht betaald werk op, waardoor het BBP nauwelijks groeit. Bovendien moeten lage inkomens worden aangevuld met toeslagen, wat de druk op het stelsel vergroot. In sectoren zoals de vleesindustrie wordt arbeidsmigratie volgens hem misbruikt als excuus om niet te investeren in machines of kunstmatige intelligentie. Dat remt innovatie en technische vooruitgang. Daarnaast wijst hij op de schrijnende sociale gevolgen. In sommige regio’s wonen grote groepen arbeidsmigranten in slechte omstandigheden. Wie zijn baan verliest, belandt op straat en is kwetsbaar en heeft een grotere kans op het ontwikkelen van een verslaving. Hij noemt voorbeelden van Poolse vrouwen die door ontslag dakloos raakten, vervolgens slachtoffer werden van uitbuiting, en zelfs met hun kinderen op straat terechtkwamen. Zulke situaties zijn volgens hem een direct gevolg van een systeem dat goedkope arbeid boven menselijkheid stelt. Arbeidsmigratie is daarom een onderwerp dat breed in de samenleving besproken moet worden. Het is volgens hem onvermijdelijk dat niet iedereen gelukkig wordt van de uitkomst, maar de discussie kan niet langer worden vermeden.
“Three strikes you’re out”
Waar ook iets aan moet veranderen is het rechtssysteem. Het is volgens Maarten noodzakelijk om zwaarder te straffen. Een “three strikes you’re out” systeem, zoals Joost Eerdmans dat altijd zegt, verkondigt Maarten. Tegelijkertijd benadrukt hij dat wanneer iemand niet levenslang vastzit, er altijd moet worden nagedacht over resocialisatie. Voor korte gevangenisstraffen van drie maanden of minder zouden enkelbanden een alternatief kunnen zijn. In zo’n korte tijd verliezen mensen vaak hun woning en baan, waarna het extra moeilijk is om het leven weer op te pakken. Het rechtvaardigheidsgevoel staat volgens hem voorop. Wie een misdrijf pleegt, moet voelen dat hij wordt gestraft, ook uit respect voor het slachtoffer. Maar het is minstens zo belangrijk dat ex-gevangenen daarna weer op een gezonde manier kunnen terugkeren in de samenleving. De eerste maanden na een gevangenisstraf zijn daarin cruciaal en juist daarop mag volgens hem niet worden bezuinigd. Gedetineerden zouden actief moeten meeschrijven aan hun eigen resocialisatieplan.
Daarnaast ziet hij mogelijkheden om zwaardere straffen te combineren met uitzetting van criminelen met een dubbele nationaliteit. Daarvoor bestaat volgens hem brede steun onder de bevolking. Tegelijkertijd moet dit in Europees verband geregeld worden, omdat samenwerking met andere landen dit een stuk eenvoudiger maakt. In de politiek gaat het nu helaas te vaak om symboliek. Maarten haalt het voorbeeld aan van Minister Faber die borden plaatste bij asielzoekerscentra. Volgens hem moeten er geen symbolen worden gegeven, maar moet er beleid worden ontwikkelt dat daadwerkelijk haalbaar en uitvoerbaar is.
Zorg moet om mensen draaien, niet om systemen
Op het thema zorg vindt JA21 dat de zorg moet draaien om mensen en niet om systemen, “zoals veel partijen zeggen” geeft Maarten aan. Technologie kan daar volgens hem bij helpen. Kunstmatige intelligentie (AI) kan bijvoorbeeld een belangrijke rol spelen in de thuiszorg, door methodieken en verslaglegging over te nemen. Dat vermindert de administratieve belasting en geeft zorgverleners meer tijd voor hun cliënten. Het geldt volgens hem wel dat je het werkveld in moet, luisteren naar de mensen die er dagelijks mee werken, en kijken waar de efficiëntie werkelijk valt te behalen. JA21 positioneert zich op dit punt als sociaal-conservatief en duidelijk rechts in vergelijking met partijen als de PVV en SP. Het halveren van het eigen risico noemt hij onverstandig en onbetaalbaar. Uit onderzoeken blijkt immers dat bij afschaffing of verlaging van het eigen risico de drempel om naar de huisarts te gaan vrijwel verdwijnt. Dat leidt tot een enorme toename van de zorgvraag, terwijl er simpelweg te weinig zorgpersoneel is om dat op te vangen. Juist het behouden van een eigen risico ziet hij als noodzakelijk om de zorg zowel menselijk als betaalbaar te houden.
Over het sociale vangnet zegt hij dat dit onmisbaar is. De samenleving moet mensen die het zwaar hebben blijven ondersteunen. Tegelijkertijd maakt hij duidelijk dat werken altijd moet lonen. Er zitten volgens hem te veel mensen in de bijstand. Dit heeft deels te maken met het huidige belastingsysteem en het ingewikkelde toeslagencircus. Het idee om dat te hervormen wordt momenteel doorgerekend door het Sociaal en Cultureel Planbureau. Daarnaast wijst hij op de achterblijvende productiviteit in Nederland. Dat ligt ook niet alleen aan het belastingstelsel, maar het helpt niet mee. Ten opzichte van landen als China en de Verenigde Staten mist Nederland bovendien een digitaliseringsslag. Daar ontstaan veel meer unicorns (start-up die een waarde van minstens 1 miljard euro bereikt) terwijl Nederland vooral bezig is met ethische kaders en regelgeving. Volgens hem heeft die houding een direct negatief effect op de productiviteit.
Meer bouwen, minder bezwaar
Het woningtekort is volgens hem een complex probleem, maar wel een kwestie waar met duidelijke keuzes stappen gezet kunnen worden. Hij wijst op grootschalige nieuwbouwlocaties, vergelijkbaar met de Vinex-wijken van destijds. In zulke gebieden kan snel worden gebouwd, en wanneer gemeenten en provincies er samen niet uitkomen, zou Den Haag volgens hem moeten kunnen ingrijpen en de knoop doorhakken. Toch is bouwen niet eenvoudig. Het huidige stelsel van bezwaarmogelijkheden maakt projecten vaak stroperig. Hij verwijst naar een situatie waarin de bouw van honderden woningen werd stilgelegd vanwege een beschermde kikker. Ook politici zelf maken gebruik van het bezwaarrecht: zo tekende demissionair minister Mona Keijzer bezwaar aan tegen een project waar zij niet achter stond. Dat laat volgens hem zien hoe diep de bezwaarmentaliteit in Nederland verankerd zit. Naast nieuwbouw ziet hij ook kansen in het ombouwen of optoppen van bestaande gebouwen. Daarbij benadrukt hij dat burgers zelf vaak meer kunnen dan nu wordt gedacht, maar dat zij door beleid juist afhankelijk zijn gemaakt van overheid en toeslagen. Toen hem werd gevraagd of die afhankelijkheid niet door de politiek zelf is gecreëerd, erkende hij dat dit inderdaad het geval kan zijn. Het systeem heeft mensen volgens hem deels verslaafd gemaakt aan regelingen, terwijl er meer ruimte zou moeten zijn om zaken zelf op te pakken.
Afsluiter
Tot slot benadrukt hij dat in het verkiezingsprogramma van JA21 volgens hem sterke ideeën staan, onder meer over defensie en soevereiniteit. Hij roept kiezers op om niet alleen dat programma te lezen, maar ook de stemwijzer in te vullen. Andere partijen, zoals de PVV, hebben hun kans gehad maar wisten volgens hem niet te leveren. JA21 ziet hij als de partij die wél beschikt over de juiste mensen, een stevige organisatie met lokale afdelingen en de structuur met een echte ledenpartij. Daarmee is JA21 volgens hem klaar om verantwoordelijkheid te nemen in een coalitie. Zijn boodschap aan de kiezer is eenvoudig: lees het programma, vul de stemwijzer in en kom uit bij JA21.”
De volledige aflevering is terug te luisteren via onze uitzending gemist optie. In de volgende aflevering van Leeuwarden Stemt is Aant Jelle Soepboer van FNP in de uitzending. Luister deze aflevering vrijdag 19-09 van 17:00 tot 18:00 op Omroep Leeuwarden.
De samenvatting inclusief video is te bekijken via onze YouTube